Oude grafzerken in en om de kerk Oude grafzerken in en om de kerk

In de wandelkerk treft men een vijftal grafstenen aan, waarvan enkele in het verleden als stoep werden gebruikt. Ze liggen er sedert onheuglijke tijden en zijn door vele generaties, die in en uitgingen, zover afgesleten, dat slechts hier en daar nog enkele lettertekens herkenbaar zijn.
Een van de zerken dateert uit omstreeks 1630 waarvan de ingebeitelde gegevens nog goed leesbaar zijn. Het opschrift luidt aldus:
“Hierbinnen dit graf leyt begrave Corn. Jobssen, is gestorven op de XI april 1630. Hier leyt begrave Foort Cornelissen Sweedijck, in sijn leven Schout van Iersicke ende gestorven op den 29. Sept. 1661 oudt sijnde ?0 jaer ende sijne sone Job Forssen Sweedijck, in sijn leven Schout van Iersicke ende gestorven op den 15 Aug. 1668, oudt sijnde 47 jaer ende sijn huysvrouw Janneken Cornelisz., die is gestorven op den 4 Juny 1670, oudt sijnde 49 jaer ende haerlyden sone Johannes Jobsse Sweedijck, in sijn leven secretaris van Iersicke ende is gestorven op den 23 December 1670 oudt sijnde 25 jaer.”

Boven de tekst is een cirkel met daaromheen heraldische bladversiering. Het wapen zelf is of niet aangebracht, of geheel uitgesleten, of wat waarschijnlijker is, in de Franse tijd geheel weggekapt.

Eveneens in de wandelkerk ligt een zerk, die grotendeels uitgesleten is. De nog aanwezige letters en cijfers zijn onleesbaar, behalve een gedeelte, dat luidt: “… met zn. Ghesellinne De Vrou Gheerbosch van Levendaele, ghecoren Wensscat H/erde…”
In het midden van de grafsteen een vrijwel uitgesleten wapenschild, waaromheen in een rand het opschrift “Omne Nemium Levendale.”

Tevens zijn in de kerk onder de zitbanken in de zuidvleugel eveneens enkele grafzerken aanwezig. Vanuit het schip naar het zuiden ziende, een zerk waarop nog leesbaar is: “De eersamen Olaerd… en jofvrouwe Digne van der Hey’s dochter. Zij sterf XVLIII de XIX November.”

Verder aldaar een zerk met het opschrift:
“Hier ligt begrave Jan Oolaertsen van Oostee, in sijn leven schout alhier, die stierf in October 1608.
Hier ligt noch begrave Adolph Jansen van Oostee, sijn sone, mede in sijn leven schout alhier, die stierf den 2 Meye 1635”.
Daaronder is een wapen gebeiteld in ruitvorm, waarvan de linkerhelft het wapen der Oostee’s aangeeft en de rechterhelft horizontaal in tweeën is gedeeld en twee andere familiewapens doet zien.

Aan de andere zijde van het gangpad in deze zuidvleugel ligt een zerk met een opschrift als volgt:
Anno 1610
“Hier ligt begraven Jaenken Jonghejans dochter. Sterf in ’t jaar 1597. Noch sijn hier begraven dese haer sonen Cornelis Adriaen, sterf Anno 1557, Jan Adriaenssen, oud 1 jaar, sterf Anno 1584, Jan Adriaenssen Jonghejan, sterf 1595, Quirin Adriaenssen, sterf 1606, ende Marinus Adriaenssen, die sterf den 18 September in het jaar ons Heeren 1617.
Hier leyt begraven den Heer Adriaen Douloo, out sijnde 45 jaeren, sterf den 28 Mrt. Anno 1653”.
In het bovengedeelte van de zerk is een wapen gebeiteld, vertonende een driehoek met de punt boven en verticaal in twee helften gedeeld.

Nog is in de zuidvleugel van de kerk een zerk aanwezig met onduidelijke inscripties, waarvan te lezen is: “Hier ligt begrave Jacop… sterf Anno 1546. Lendert Jacops.” Een en ander is langs de randen ingebeiteld, terwijl in het midden een cirkel is te zien, waarvan de inscriptie niet meer te ontcijferen valt.

Tenslotte zijn nog enkele grafzerken te noemen, welke voorheen in de vloer zichtbaar moeten zijn geweest, maar na kerkrestauratie(s) waarschijnlijk onder de vloer zijn komen te liggen. De opschriften daarvan waren:
1547
Dije goede Cornelie Bartels overleet
Den 8 Augusti wert hier begraven.
Eerste vrouwe, als elck wel weet
Van Willem Oliphant, doer Goeds gaven
Dije Heere wil haer siele laven.

1633
Hier binnen in dit graf, o vrienden ligt besloten
Quirijn Vlasman, bekend van Rommerswale gesproten.
En Greetken Jans de Haen, sijn Huysvrouw leijt hiermede,
Anna en Ester, ook sijn dochters op dees stede.


Misschien dat u al jaren in de kerk komt en de engelen boven het orgel, het aantal pijpen op het orgel en de vormen van de versieringen aan het plafond inmiddels uit uw hoofd kent en zou kunnen natekenen. Maar wat uw waarschijnlijk niet zo goed kent zijn de grafzerken die op verschillende plaatsen in de kerk liggen. In juli van dit jaar is mevrouw Dr. Sophie Oosterwijk van het Medieval Memoria Online (Memo) project bij ons in Yerseke op bezoek geweest. Zij heeft van de 4 grafzerken die óf erg versleten zijn óf grotendeels verborgen liggen onder de kerkbanken de inscripties grotendeels kunnen lezen en foto’s gemaakt voor in het archief van MeMo. Het project Memo is opgericht om wetenschappers te helpen bij het uitvoeren van onderzoek naar memoria in de periode tot aan de reformatie (ca. 1580) in het gebied van het hedendaagse Nederland.

Grafzerk van Cornelis Gilissen en zijn vrouw Geertruit

Deze steen ligt in de wandelkerk aan de zijde van de consistorie.
Het is een gebroken en versleten stenen zerk met Gotisch randschrift, vierpassen met de evangelistensymbolen, en twee nog vaag herkenbare figuren tussen twee pilaren. Inscriptie: ‘Hier leyt begr(aven) / Cornelis Gillissen die sterf a(nn)o XVc  XXVIII de(n) XXIXe dach Januario. / En(de) Geertruit zij(n) huis / vrouwe sterf  XVc  XXVIII de(n) VIten  dach februario.’ (29-01-1528 en 06-02-1528)

Grafzerk van Olaerd en zijn echtgenote Digne Anthonis van der Heye dochter

Deze steen ligt in de zij-vleugel aan de zijde van de consistorie onder de kerkbanken. Dit is een overdwars gebroken stenen zerk met figuren van een echtpaar in hoog reliëf onder een Gotische boog; randschrift in Romeinse hoofdletters; twee wapens in het onderste register; ronde medallions met evangelistensymbolen. Oorspr. inscriptie: ‘Hier begraven den eersamen Olaerd [blanco] Ende iofvrouwe Digne Anthonis van der Heye dochter [...]uwe zij sterf XVc LIIII den XIX november.’ (19-11-1554) (Ook later opschrift 17e eeuw voor Ian Oolaertsen van Oostee en zijn zoon Adolph Ianson van Oostee).

Grafzerk van Jan Symonsz, Jacop Symonsz en overige familie

Deze steen ligt in de zijvleugel aan de zijde van de consistorie onder de kerkbanken. Dit is een gebroken stenen zerk met Gotisch randschrift, kwartierwapens met kruis in de hoeken, en centraal rond medaillon met miskelk en hostie, waaromheen een randschrift. Inscriptie: ‘Hier leyt begraven Jacop Symonsz. sterf anno 1546 ende Lenaert Jacopsz. [...] sterf anno [blanco] [...] Martinis(?) Jacopsz. sterf [blanco].’ Inscriptie rondom medallion: ‘ghemaekt [...] Heer Jan Symonsz. die sterf anno 1542 in februarij’.

Grafzerk van een onbekende priester (Cornelis Antonisse?)

Deze steen ligt in de wandelkerk aan de zijde van de preekstoel. Dit is een zeer versleten en overdwars gebroken stenen zerk met nog vaag herkenbaar een priesterfiguur in een nis met zijn hoofd op een kussen; Gotisch randschrift en vierpassen met evangelistensymbolen. Linker onder- en bovenhoek ontbreken. Inscriptie.: ‘Hier leyt begrave(n) / Meester Cornelis Antonisse sterf int jaer / ons Heeren XVc  en(de) XXV  [...]’ (1525?)


Buiten de kerk, op het oude kerkhof lagen de grafkelders der families Knoll en Dominicus, waarvan de grafzerken in het tweede kwart van de 20e eeuw zijn verwijderd.

Boven de ingang aan de koorzijde (Kerkplein) die ontstaan is in de periode 1797-1800 staan 2 leeuwtjes die voorheen stonden op de toegangspoort naar het voormalige kerkhof rond de kerk, voorzien van de wapens van Yerseke en Zeeland. Vanaf die tijd zei men in Yerseke: "Die is door de leeuwtjes gegaan" als iemand overleden was. De steen herinnert aan een woelige periode en was voorheen waarschijnlijk geplaatst boven de oude ingang aan de westzijde. De tekst op de steen luidt: "Als Quirijn Vlasman alhier Gods woord leerde, werd ik begonnen, doch zwaarlijk volent, de kerkmeesters, die met hem mijnen val keerden, waren Ingel Couput, Adolph van Ostee bekend".

terug